In Hilversum worden bomen langs het spoor gesnoeid en waar nodig gekapt, om de spoorveiligheid te kunnen waarborgen. De bomen staan veelal dichtbij het spoor en de bovenleiding waardoor specialistische velling noodzakelijk is.
Tak voor tak worden de bomen dan gedemonteerd of gesnoeid waarbij het vallende hout, gecontroleerd met afvanglijnen naar de grond wordt begeleid.
Het vrijkomende takhout wordt versnipperd.