In het zomerseizoen worden in het algemeen vrij weinig bomen omgezaagd. Van oudsher verkiest men het winterseizoen boven de zomer, voor het vellen van bomen. Dit heeft meerdere logische redenen. Een uitzondering hierop is echter het werk dat de bestrijding van de iepziekte met zich meebrengt. Met name in de kustprovincies worden nog altijd veel iepen geplant en is deze soort ook nog een vanzelfsprekende verschijning in singels, houtwallen en bossen. De iepziekte kan niet helemaal worden verdreven omdat er altijd wel ergens een zieke iep blijft staan, van waaruit de iepenspintkever uitvliegt en andere iepen besmet met de schimmel die hij bij zich draagt. Om de verspreiding van de ziekte zoveel mogelijk in te dammen worden de zieke bomen zo snel mogelijk weggehaald.
Veilige verwijdering van de besmette bomen wordt met grote zorg uitgevoerd.
Op deze locatie staan de zieke iepen tussen andere bomen die niet mogen beschadigen. Met behulp van een telescoophijskraan worden de bomen gedemonteerd. Dat wil zeggen: de bomen worden in delen (of soms in het geheel) rechtstandig opgehesen en op een andere plaats ter verwerking neergelegd. Deze techniek passen we ook vaker toe daar waar bomen in tuinen of parken staan. Deze aanpak maakt perfecte “schone” velling mogelijk. Op de plaats van de boom komt hooguit wat zaagsel neer. Het landen van het hout, verzagen en versnipperen gebeurd allemaal op een andere plaats.